De Galicische visser die de hoofdrol speelde in een sprookjesachtig verhaal en eindigde met een 3000 jaar oude gouden schat

Op 7 april 1976 bevond de Galicische visser José Vicente Somoza zich op het strand van Leiro, in Rianxo, toen hij tijdens het graven voor een geïmproviseerde schuilplaats een aarden pot vond. Toen het kapotbrak, onthulde de zon een onverwachte glans aan de binnenkant: een stuk massief goud dat later de Casco de Leiro zou worden genoemd, een van de meest raadselachtige en waardevolle schatten uit de Europese prehistorie.

Het voorwerp, dat ongeveer 3000 jaar oud is, werd een belangrijke referentie voor het begrijpen van de Atlantische Oceaan in de bronstijd. Het is een halfbolvormig stuk dat uit één stuk goud is gesmeed, met een gewicht van 270 gram en een diameter van 19,5 centimeter. Het oppervlak, bedekt met concentrische cirkels en minutieuze reliëfs, getuigt van een technisch meesterschap en een symbolische lading die experts nog steeds verbazen. Momenteel wordt het bewaard in het Archeologisch en Historisch Museum van het kasteel van San Antón, in La Coruña.

Hoewel het de naam “helm” draagt, sluiten archeologen een militair gebruik uit. Het goud is te dun en de structuur te kwetsbaar om als bescherming te dienen. Alles wijst erop dat het een insigne van religieuze of politieke macht was, een symbool van autoriteit dat voorbehouden was aan de elite. Deze vondst sluit aan bij andere Europese schatten uit dezelfde periode, zoals de gouden kegels uit Duitsland en Frankrijk, de Ierse diademen of de rituele bekers uit de schat van Villena in Spanje, die allemaal een gemeenschappelijke symbolische betekenis hadden die draaide om de zon en het heilige.

De plaats waar het werd gevonden, is ook veelzeggend. De Curruncho dos Porcos, tegenover de riviermonding van Arousa en de rivier Ulla, was een strategisch knooppunt tussen zee en land, dat in veel oude culturen werd beschouwd als een plek voor offers. Het feit dat de helm in een vat werd gevonden en begraven was, bevestigt dat het geen schuilplaats was, maar een rituele opslagplaats, een definitieve overdracht aan de goden.

Later onderzoek in het gebied bracht petrogliefen, necropolen en ceremoniële wapens aan het licht, wat het idee van een landschap vol spiritualiteit versterkt. De meest aanvaarde hypothese is dat het stuk geen helm was, maar een ceremoniële schaal die werd gebruikt bij zonne- of waterrituelen en die, nadat hij zijn functie had vervuld, werd begraven als een gebaar van opoffering en symbolische afsluiting.

Een erfenis die de tijd trotseert

Bijna een halve eeuw na de vondst blijft de helm van Leiro een mysterie. Voor archeologen heeft de schop van Somoza niet alleen goud opgegraven, maar ook een getuigenis van de samenlevingen die, vóór de Romeinen en Kelten, netwerken van maritieme handel smeedden en gedeelde kosmologieën bouwden. Zijn glans, gered uit het zand, herinnert er nog steeds aan dat de Galicische Atlantische Oceaan getuige was van even verfijnde als raadselachtige culturen.