De vondst in Puémape, aan de noordkust van Peru, onthult een ongewone begraafplaats: meer dan een dozijn mensen met vastgebonden handen en breuken in het lichaam. De aanwijzingen wijzen op mensenoffers in een van de oudste rituele centra van de Andes.
Aan de noordkust van Peru, waar de woestijn en de Stille Oceaan elkaar ontmoeten, deed een team van archeologen een onverwachte vondst. Wat een conventionele begraafplaats leek, bleek een verontrustend verhaal van rituele gewelddadigheid en voorouderlijke symboliek te zijn: lichamen van 2300 jaar oud, met het gezicht naar beneden en de handen op de rug gebonden.
Een ongewone begraafplaats
Bij opgravingen in Puémape, in het district San Pedro Lloc, werden de overblijfselen van meer dan een dozijn personen blootgelegd. Het verrassende was niet alleen de datering – ongeveer 400 v.Chr. – maar ook de manier waarop ze waren neergelegd: met het gezicht naar de grond, een ongebruikelijke begrafeniswijze in de hele prehistorie van de Andes.
Henry Tantaleán, onderzoeker aan de Universidad Nacional Mayor de San Marcos, legde uit dat de lichamen breuken en sporen van slagen op verschillende delen van het skelet vertonen. Dit bewijs suggereert dat het niet om een gewone begrafenis ging, maar om een rituele offerande of het gevolg van een gewelddadig conflict.
Puémape, een oud ritueel centrum
De vindplaats Puémape was al in de jaren negentig onderzocht en in verband gebracht met de Cupisnique-cultuur. Recente opgravingen hebben echter aangetoond dat de plaats al sinds 2200 v.Chr. bewoond was en rond 1000 v.Chr. als een actief ritueel centrum fungeerde. De aanwezigheid van een tempel, trappen en stenen muren versterkt de hypothese dat het een belangrijke cultusplaats was aan de noordkust van Peru.
De onderzoekers denken dat Puémape een pelgrimsoord was, waar mensenoffers deel uitmaakten van de relatie tussen de lokale gemeenschappen en de spirituele wereld. De plaatsing van de lichamen en de omvang van het complex maken het tot een van de oudste bekende rituele centra in de Andes.
Echo’s van een gewelddadig en heilig verleden
De vondst sluit aan bij ander bewijs dat aantoont hoe oude Andes-samenlevingen mensenoffers gebruikten als een gebaar van macht en toewijding. In dit geval lijken de geboeide lichamen te verwijzen naar de spanning tussen geweld en religiositeit, tussen fysieke pijn en spirituele transcendentie.
Onderzoekers analyseren nog steeds de resten van dieren en planten die op de site zijn gevonden, met de bedoeling om meer inzicht te krijgen in het dagelijks leven en het dieet van de bewoners van de regio. Ondertussen herinneren de lichamen van Puémape ons eraan dat archeologie niet alleen ruïnes blootlegt, maar ook menselijke verhalen vol drama en mysterie.