Hoe het reukvermogen het geheugen en de vorming van herinneringen beïnvloedt

Vanuit de hersenwetenschap analyseerde dr. Lucía Crivelli, hoofd Neuropsychologie bij volwassenen bij Fleni, hoe ons reukvermogen en geuren ons onmiddellijk meevoeren naar belangrijke ervaringen en plaatsen in ons leven, lang voordat we die kunnen rationaliseren.

In een gesprek met Infobae en Vivo, tijdens het ochtendprogramma dat werd gepresenteerd door Gonzalo Sánchez, Cecilia Boufflet en María Eugenia Duffard, ging de specialist dieper in op de neurobiologische werking van de reukzin, de impact ervan op het dagelijks welzijn en de manier waarop het verlies van dit zintuig kan fungeren als een eerste alarmsignaal voor degeneratieve aandoeningen zoals Alzheimer of Parkinson.

De specialist legde uit dat, in tegenstelling tot andere zintuigen – zoals het gezichtsvermogen, het gehoor of de smaak – reukinformatie de ‘filter’ van de thalamus omzeilt en rechtstreeks terechtkomt in het limbisch systeem, het deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor de verwerking van emoties en het geheugen.

“Wanneer we een geur, parfum of aroma van een plaats of een persoon ruiken, komt dit vanuit de reukbulbus rechtstreeks terecht in het limbisch systeem, waar zich de hippocampus en de amygdala bevinden; de eerste verwerkt het geheugen en de tweede de emoties. Daardoor wordt het lichaam onmiddellijk naar een herinnering getransporteerd”, beschreef Crivelli op een beeldende manier in een gesprek met Infobae en Vivo.

Tijdens het gesprek beantwoordde het hoofd van Neuropsychologie van Fleni verschillende vragen van het team, dat persoonlijke ervaringen deelde met geuren die herinneringen oproepen aan thuis, dierbaren of de kindertijd.

De geur van vanille en zijn verband met welzijn

Crivelli legde uit: “Er zijn universele geuren die plezier geven en andere die bijna als biologische alarmsignalen werken. De geur van vanille is bijvoorbeeld een van de meest populaire en wereldwijd goed ontvangen geuren, omdat moedermelk en veel zuigelingenvoeding vanilline bevatten. Dat zorgt voor een onbewust gevoel van welzijn.”

Daarentegen zijn er onaangename geuren die, zoals hij uitlegde, genetische afwijzingsreacties oproepen. Hij vertelde het historische voorbeeld van hoe het Duitse leger tijdens de Tweede Wereldoorlog probeerde geuren te creëren die “afschrikwekkend” waren voor de vijandelijke troepen, door gebruik te maken van geuren die verband hielden met uitwerpselen of bedorven stoffen.

“De enige geur die mensen echt afstootte, was de geur van vergane lichamen, omdat ons organisme genetisch geprogrammeerd is om dergelijke prikkels te vermijden”, vertelde hij.

De impact van geuren op het geheugen kan zowel expliciet zijn – het herinneren van een specifieke persoon of plaats bij het ruiken van een bepaalde geur – als impliciet, dat wil zeggen door reacties zoals een gevoel van welzijn of onmiddellijk onbehagen in bepaalde omgevingen.

“Het is heel uniek en heel cultureel; niet alle geuren roepen bij iedereen dezelfde reactie op”, aldus de deskundige. In het interview ging Crivelli in op het controversiële onderwerp van feromonen: “Het zijn chemische stoffen die, wanneer ze door een ander levend wezen worden waargenomen, hun hormonale gedrag veranderen. Er zijn duidelijke voorbeelden bij dieren, zoals mandrils en mieren, maar bij mensen is het onderwerp veel controversiëler. Feromonen bestaan wel degelijk, maar het is niet zo duidelijk hoe ze worden waargenomen.”

Om de invloed van menselijke stoffen te illustreren, vertelde ze over een experiment dat voor het eerst werd uitgevoerd in 2011 en herhaald in 2023, waarbij mannen die werden blootgesteld aan de geur van tranen van verdrietige vrouwen (zonder te weten waar de vloeistof vandaan kwam) hun seksuele hormoonprofiel en agressiviteit verminderden. “Het testosterongehalte daalde, de agressiviteit nam af. Dat wil zeggen dat er menselijke geuren zijn die het gedrag van degenen die ze waarnemen beïnvloeden”, legde hij uit.

Het reukvermogen en neurodegeneratieve aandoeningen

Volgens Crivelli is de relatie tussen reukzin en hersengezondheid een van de meest veelbelovende en minst onderzochte gebieden in de klinische neurowetenschap. En dat is geen toeval: “De reukzin is ons meest primitieve zintuig. Daarom heeft onderzoek naar Alzheimer, Parkinson en andere neurologische aandoeningen aangetoond dat de eerste symptomen zich kunnen manifesteren in zeer lichte veranderingen in de reukzin, zelfs voordat er sprake is van zichtbare cognitieve stoornissen”.

In dit verband benadrukte de arts het belang van aandacht voor reukstoornissen als vroeg waarschuwingssignaal: “Voordat er duidelijke geheugenstoornissen optreden, kan het reukvermogen al veranderd zijn. Daarom zijn er tal van experimenten en onderzoeken gaande om na te gaan of het mogelijk is het geheugen te verbeteren of cognitieve achteruitgang te vertragen door het reukvermogen te trainen”.

Daar ligt het belangrijkste verschil tussen aromatherapie, die gericht is op het opwekken van aangename stemmingen door middel van essences, en “reukverrijking”, een experimentele techniek waarbij patiënten worden blootgesteld aan verschillende geuren terwijl ze geheugentraining doen. “Wat we zien is dat niet alleen je reukgeheugen verbetert, maar je geheugen in het algemeen”, aldus Crivelli, die benadrukte dat deze techniek al wordt getest in laboratoria in Korea en de Verenigde Staten.

In een gesprek met Infobae en Vivo, in het ochtendprogramma, gaf de deskundige praktische aanbevelingen die op dit onderzoek zijn gebaseerd. Suggesties zoals het aansteken van een kaars of het gebruik van een speciale geur tijdens het studeren en het vervolgens ’s avonds, tijdens het rusten, herhalen van die geur, kunnen de consolidatie van herinneringen versterken.

De specialist ging ook dieper in op de nauwe relatie tussen reuk en smaak. Volgens haar uitleg is 70 tot 80 procent van het smaakvermogen in feite afhankelijk van de reukzin. “Als we verkouden zijn en onze reukzin verliezen, proeven we het eten niet meer. Er is een retronasaal systeem waardoor de geuren uit de mond naar de reukbulbus stijgen”, legde ze uit.

“We moeten reuk niet zien als een minder belangrijk zintuig, maar als een uniek venster op de diepere werking van onze hersenen. Het anticipeert, beschermt ons en kan herinneringen en emoties activeren en ons waarschuwen voor onze geestelijke gezondheid. Het is vandaag de dag belangrijker dan ooit om hier aandacht aan te besteden”, benadrukte Crivelli in haar gesprek met het team van Infobae en Vivo.