Archeologische vondst onthult een schat van 409 zilveren munten, verborgen in een vaas van 2300 jaar oud: een bewijs van de handelsmacht van Arabië en zijn band met de erfenis van Alexander de Grote

Toen archeologen in Sharjah een eenvoudige aarden kruik opgroeven die begraven lag in het zand van Mleiha, hadden ze waarschijnlijk geen idee dat ze op het punt stonden ons begrip van de pre-islamitische handel op het Arabische schiereiland te veranderen. De verrassing kwam toen ze het abnormale gewicht van het vat opmerkten, dat meer dan negen kilo woog. Binnenin verborg wat een gewoon vat leek een schat die verre beschavingen en turbulente tijden met elkaar verbond: 409 zilveren munten van meer dan 2300 jaar oud.

Deze spectaculaire vondst, gedaan in 2021 maar waarvan de implicaties nu pas aan het licht komen, heeft veel meer onthuld dan alleen een accumulatie van rijkdom. De munten, gedateerd rond de 3e eeuw v.Chr., blinken niet alleen uit door hun numismatische waarde. Hun iconografie en stijl verbinden ze rechtstreeks met de erfenis van Alexander de Grote en de Hellenistische koninkrijken die hem opvolgden, waardoor Mleiha in het centrum komt te staan van een wereldwijd handelsnetwerk dat veel complexer is dan tot nu toe was gedocumenteerd.

Het hart van de woestijn en de echo van Alexander de Grote

Mleiha, tegenwoordig een rustige archeologische vindplaats in het emiraat Sharjah, was ooit een bruisende stad, een strategische oase tussen de Perzische Golf en de Arabische Zee. Hoewel het belang van deze nederzetting als agrarisch en handelscentrum al decennia bekend was, heeft de ontdekking van deze muntencollectie haar rol als sleutelfiguur in het geopolitieke schaakspel van de antieke wereld nog eens extra benadrukt.

De munten zijn voornamelijk geslagen in zilver en vertonen een opmerkelijke homogeniteit wat betreft gewicht en vorm: tussen 16 en 17 gram per stuk, waarvan de meeste behoren tot de categorie van de tetradrachmen, een zeer gangbare munteenheid in de Hellenistische wereld. Wat ze zo uitzonderlijk maakt, is niet alleen hun aantal – groter dan soortgelijke vondsten in de regio – maar ook de iconografische evolutie die ze weerspiegelen.

Op de eerste uitgaven zijn afbeeldingen te zien die verwijzen naar het beeld van Alexander de Grote als Hercules en de Griekse god Zeus op zijn troon. Maar in de loop van de tijd werden deze Griekse afbeeldingen vervangen door Aramese inscripties en nieuwe motieven, wat een culturele overgang laat zien die duidt op een versmelting van lokale tradities en buitenlandse modellen. Mleiha imiteerde het Westen niet zomaar: het herinterpreteerde het op zijn eigen manier.

Een pre-islamitische metropool die veel meer verbonden was dan gedacht

Dit soort vondsten heeft vaak implicaties die verder gaan dan het puur archeologische. De munten onthullen een economische en culturele geschiedenis, een verhaal dat verweven is met handelsroutes, conflicten, allianties en migraties. De aanwezigheid van Hellenistische symbolen in het hart van Arabië suggereert dat Mleiha geen perifere stad was, maar een knooppunt in de handel tussen Oost en West.

In de periode waarin deze munten in omloop waren, controleerden Arabische handelaren de routes die India met het Middellandse Zeegebied verbonden, en vervoerden ze specerijen, wierook, stoffen en edelmetalen. Het feit dat deze munten in een lokale context zijn gevonden, wijst erop dat Mleiha zijn eigen munten sloeg, geïnspireerd door Griekse modellen, waarschijnlijk om de internationale handel te vergemakkelijken. Met andere woorden: het paste zich aan aan de mondiale normen om te kunnen concurreren en te floreren in een onderling verbonden wereld.

Maar er is meer. De overeenkomsten tussen sommige van deze ontwerpen en munten die zijn gevonden in de Golf, in plaatsen als Bahrein of Koeweit, suggereren dat er een regionaal muntnetwerk bestond dat was gebaseerd op Griekse invloeden, maar met lokale variaties. Deze herinterpretatie van de Hellenistische erfenis in Arabische stijl is een van de meest fascinerende aspecten van de vondst.

De context van Mleiha: meer dan 100.000 jaar menselijke bewoning

Hoewel de munten dateren uit de 3e eeuw v.Chr., heeft Mleiha een duizendjarige geschiedenis. Opgravingen in het gebied hebben sporen van menselijke bewoning aan het licht gebracht die teruggaan tot het paleolithicum, ongeveer 130.000 jaar geleden. In recentere tijden was het een agrarisch centrum dat floreerde dankzij het gebruik van het ondergrondse irrigatiesysteem dat bekend staat als falaj, een waterbouwkundig systeem dat het mogelijk maakte om midden in de woestijn te verbouwen.

In de ijzertijd en de Hellenistische periode bloeide Mleiha op als een versterkte stad met paleizen, necropolen, tempels en metaalbewerkingsateliers. Door de nabijheid van karavaanroutes en de mogelijkheid om voedsel te produceren, was het een verplichte tussenstop voor handelaren en reizigers. De ontdekking van deze schat bevestigt dat het niet alleen een regionaal economisch centrum was, maar ook een kosmopolitische stad die de taal van de internationale handel begreep.

Een schat die ons dwingt de kaart van de oude wereld te herschrijven

De vondst van de munten van Mleiha is van onschatbare waarde voor de oude geschiedenis. Tot nu toe was het overheersende verhaal over de Hellenistische expansie gericht op het Middellandse Zeegebied, Mesopotamië en Noord-India. Deze ontdekking dwingt ons echter om dat kader te verbreden en het Arabische schiereiland op te nemen als een actievere speler in de handels- en culturele uitwisselingen van die periode.

Bovendien laat de evolutie van de munten – van Griekse inscripties naar Aramese – zien dat de regio niet alleen maar passief buitenlandse invloeden overnam, maar deze ook wist aan te passen, te combineren en om te zetten in eigen instrumenten van macht en prestige.

Dit soort stille schatten, eeuwenlang verborgen onder het stof van de woestijn, spreken tot ons met een welsprekendheid die geschiedenisboeken vaak niet kunnen evenaren. En wat ze zeggen is duidelijk: de geschiedenis van de oude wereld is niet compleet zonder Mleiha.