Een studie van de Universiteit van Georgia toont aan dat routines die op jonge leeftijd worden aangeleerd, vaak blijven bestaan en het risico op ziekten op volwassen leeftijd beïnvloeden.
In een park in een willekeurige stad speelt een groep kinderen onder het toeziend oog van hun families. Terwijl sommigen rennen en klimmen, kijken anderen liever toe terwijl ze aan de kant zitten. Wat een alledaagse scène lijkt, bevat een waarheid die de wetenschap steeds duidelijker aan het licht brengt: de eerste gewoonten en routines die in de kindertijd worden aangeleerd, kunnen niet alleen de gezondheid tijdens de kindertijd bepalen, maar ook die in de volwassenheid. De keuze tussen bewegen of stilzitten, leren voor je lichaam te zorgen of het te verwaarlozen, bepaalt de toekomst van elk individu meer dan velen zich kunnen voorstellen.
De kindertijd, een cruciaal moment om gewoontes aan te leren
Een analyse van de fysieke profielen van Amerikaanse kinderen onderstreept dat de onderwijs- en gezinsomgeving bepalend zijn voor het aanleren van beschermende gewoontes op de lange termijn.
De invloed van in de kindertijd aangeleerde gewoonten werd bevestigd door een studie van de Universiteit van Georgia, waaruit blijkt dat routines op het gebied van lichaamsbeweging en gezondheid die vanaf 11 jaar worden aangeleerd, vaak blijven bestaan en van invloed zijn op het risico op hart- en vaatziekten en obesitas in de toekomst.
Dit onderzoek, gepubliceerd in het European Journal of Pediatrics, benadrukt het essentiële belang van vroegtijdige preventie en de sleutelrol van het gezin en de school bij het creëren van een gezonde levensstijl.
De studie, geleid door Sami Yli-Piipari, universitair hoofddocent aan de Universiteit van Georgia, onderzocht het verband tussen de bewegingsgewoonten van kinderen en hun fysieke conditie op volwassen leeftijd. De onderzoekers stelden vast dat de neiging om dezelfde bewegingspatronen aan te houden van invloed is op het ontstaan van chronische ziekten. Yli-Piipari legt het als volgt uit: “Naarmate we ouder worden, blijven we vaak in dezelfde gewoonten hangen; als we niet actief zijn en gewichtsproblemen hebben, is de kans groot dat die situatie zich in de loop der jaren voortzet.”
Vier profielen, sekseverschillen en belemmeringen om routines te veranderen
Om tot deze conclusies te komen, heeft het team meer dan 1.100 leerlingen uit het vijfde leerjaar geëvalueerd aan de hand van tests op het gebied van fysieke activiteit, spierkracht, behendigheid, uithoudingsvermogen en lichaamssamenstelling. Door de deelnemers vier jaar lang te volgen, kon de ontwikkeling van hun gewoonten en fysieke conditie worden geobserveerd.
Er werden vier gezondheidsprofielen bij de kinderen vastgesteld: een met een extreem lage fysieke conditie, beperkte motorische vaardigheden, overgewicht en zeer weinig fysieke activiteit; een ander met een lage fysieke conditie en motoriek, maar een gezond gewicht; een derde groep met bovengemiddelde waarden voor alle factoren en een goede gezondheid; en een profiel met de hoogste scores voor alle welzijnsindicatoren.
Bijna de helft van de onderzochte kinderen behoorde tot de twee minst gezonde profielen, allemaal met een hoog body mass index. Bovendien betrof meer dan de helft van deze gevallen meisjes, wat wijst op een geslachtsverschil in de prevalentie van minder gezonde levensstijlen. Deze trend bevestigt de noodzaak van gerichte interventies voor de meest kwetsbare groepen.
Het rapport van de Universiteit van Georgia constateerde een opvallende stabiliteit in deze profielen in de loop van de tijd. De kinderen bleven gedurende de vier jaar van de follow-up meestal in dezelfde groep, wat aantoont dat gewoontes, eenmaal verankerd, weerstand bieden tegen verandering. Yli-Piipari benadrukte het belang van preventieve maatregelen op jonge leeftijd: “Deze profielen zijn vrij stabiel, dus we moeten ervoor zorgen dat kinderen positieve ondersteuning krijgen voor activiteiten die hun gezondheid verbeteren. Het is moeilijk om actiever te worden of fysiek actief te blijven naarmate je ouder wordt.”
De groep die de studie begon met de beste indicatoren vertoonde echter een lichte afname in hun activiteitsniveaus in de loop der jaren, wat aantoont dat het bevorderen van gezonde gewoonten voortdurende volharding vereist, zelfs bij mensen met gunstige uitgangsvoorwaarden.
De minder gezonde gedragingen die in de kindertijd werden vastgesteld, werden in verband gebracht met een hoger risico op hart- en vaatziekten en obesitas in de toekomst. Yli-Piipari benadrukte dat, hoewel genetische en biologische factoren van invloed zijn op de cardiovasculaire gezondheid, levensgewoonten beslissende factoren zijn. “Hart- en vaatziekten kunnen op de lange termijn dodelijk zijn, dus cardiovasculaire gezondheid is uiterst belangrijk”, aldus de onderzoeker.
De gedeelde verantwoordelijkheid van gezinnen, scholen en clubs
Gezien deze resultaten bevelen de auteurs van de studie aan om vanaf jonge leeftijd positieve gewoonten aan te moedigen, vooral bij kwetsbare adolescenten, en deze routines te handhaven bij degenen die ze al toepassen.
Yli-Piipari vermeldde dat school, lichamelijke opvoeding en sportclubs essentiële plekken zijn om gezonde vaardigheden en gedragingen aan te leren. “We willen ouders aanmoedigen om zich in te zetten en hun kinderen naar dit soort activiteiten te brengen, niet noodzakelijkerwijs om van hen grote atleten te maken, maar om hen verschillende vaardigheden en gewoontes aan te leren”, aldus de professor.
Hoewel de studie waarschuwt voor de moeilijkheid om gedragspatronen op volwassen leeftijd te veranderen, benadrukte Yli-Piipari dat er altijd een mogelijkheid is om de levensstijl te veranderen. Het vinden van een aantrekkelijke activiteit kan de eerste stap zijn om nieuwe routines te ontwikkelen en het risico op hart- en vaatziekten te verminderen, concludeerde de specialist.