In Frankrijk is een groot graf ontdekt dat in de tijd van keizer Claudius is gebouwd en dat het mausoleum van Augustus nabootst.

Tijdens de archeologische opgravingen die deze zomer zijn uitgevoerd op de vindplaats van het Gallo-Romeins Museum van het departement Rhône, in het huidige Isère (ongeveer 30 kilometer van Lyon), hebben archeologen een groot mausoleum en een complex van drie tabernae (winkels) blootgelegd die volgens de onderzoekers veel informatie zullen opleveren over hoe de kleine handel in deze oude Romeinse nederzetting functioneerde.

Met een unieke typologie en een uitstekende staat van bewaring was het grafmonument, met een cirkelvormige plattegrond en een diameter van ongeveer vijftien meter, en dat volgens schattingen oorspronkelijk meer dan zes meter hoog was, van veraf zichtbaar voor iedereen die de Romeinse kolonie Vienne (het huidige Isère) vanaf de Rhône naderde. Gezien de afmetingen zou het graf kunnen toebehoren aan een belangrijk persoon uit het midden van de eerste eeuw.

Volgens Giulia Ciucci, archeoloog en wetenschappelijk directeur van de archeologische vindplaatsen van het museum, “is het ontwerp niet toevallig of gebruikelijk. Het is een uitzonderlijke vondst, want van de achttien grafkelderachtige mausolea die tot nu toe op Frans grondgebied zijn ontdekt, is dit het enige dat nog een deel van zijn oorspronkelijke hoogte heeft behouden en, wat nog belangrijker is, het enige dat duidelijk de structuur van het Mausoleum van Augustus in Rome nabootst”.

Een uitzonderlijk mausoleum

Voor de archeologe is dit feit de sleutel tot het interpreteren van het belang dat de overledene in zijn gemeenschap kon hebben gehad. “Het gaat om een persoon die, zelfs na zijn dood, aanwezig moest blijven in de wereld van de levenden. Alles wijst op een lid van de aristocratische elite, met een vooraanstaande politieke rol en directe banden met de keizerlijke macht”, aldus Ciucci.

Volgens de onderzoekers was de keuze voor een architectonisch model dat zo beladen was met symboliek als het mausoleum van Augustus zelf in Rome niet voor iedereen weggelegd. Het was een teken van status, macht en loyaliteit aan de heersende dynastie in Rome, de Julio-Claudiaanse dynastie, die ten tijde van de bouw van het graf, onder het bewind van Claudius of Nero, haar invloed over heel Gallië had uitgebreid.

Maar wie was de mysterieuze persoon die een dergelijk grafmonument verdiende? Tot op heden hebben archeologen nog geen antwoord op deze vraag. Giulia Ciucci heeft zelfs laten weten dat de opgravingen zullen worden voortgezet in de seizoenen 2026 en 2027, omdat, zoals zij zelf zegt, “het avontuur nog maar net is begonnen”.

Naast deze belangrijke ontdekking kwamen tijdens de werkzaamheden ook de overblijfselen van drie tabernae (die door een verwoestende brand waren verwoest, waardoor de organische elementen en houten gebruiksvoorwerpen binnenin bewaard zijn gebleven) aan het licht, die dateren uit de 1e en 2e eeuw en deel uitmaakten van een veel groter handelsgebouw dat tussen 1989 en 1990 werd gelokaliseerd. Deze ruimte bood plaats aan minstens acht winkels en kwam uit op een portiek die potentiële klanten beschermde tegen de weersomstandigheden.

Dankzij het nauwgezette archeologische werk konden de onderzoekers de activiteit van deze panden vaststellen. Twee van de winkels waren blijkbaar wasserijen (fullonicae) waar de arbeiders zich bezighielden met het wassen en behandelen van wollen stoffen.

In het derde pand is een oven bewaard gebleven, die volgens de onderzoekers mogelijk werd gebruikt voor de productie van glas of misschien voor culinaire doeleinden. Dankzij de uitstekende staat van deze tabernae zijn er potten, amforen, keramiek, een voorraadkast, naalden en zelfs een schrijftafeltje teruggevonden.

“Deze vondst biedt een ongewoon nauwkeurig beeld van het dagelijkse economische leven in de stad. We weten veel over de langeafstandshandel in deze periode, maar nu kunnen we ook de lokale handel veel beter begrijpen. Het komt zelden voor dat we voorwerpen vinden die zo goed bewaard zijn gebleven dat we er zo’n diepgaand inzicht in kunnen krijgen”, concludeert de directeur van de opgravingen, archeoloog Benjamin Clément.