María Jose (60 jaar), schoonmaakster: “Ik verdien 300 euro per maand voor drie portalen, dat is erg weinig voor alles wat we doen.”

In Spanje telt de schoonmaaksector volgens de laatste gegevens van het Nationaal Instituut voor de Statistiek ongeveer 500.000 professionele werknemers, van wie ongeveer drie op de vier (74%) vrouwen zijn. Dit maakt schoonmaakwerk essentieel, maar het is ook een zeer zwaar en slecht betaald beroep, aangezien de lonen buitensporig laag zijn.

Jaime Gumiel, content creator en neef van María José, die haar hele leven in de schoonmaak heeft gewerkt, wilde hier aandacht voor vragen. Daarom heeft hij haar een dag op haar werk vergezeld, waar ze uit eerste hand vertelt hoe zwaar dit beroep is, dat voornamelijk door vrouwen wordt uitgeoefend en nog steeds erg ondergewaardeerd is.

Achter de statistieken weerspiegelen de persoonlijke verhalen de realiteit: vroege werktijden, fysieke slijtage en een salaris dat de inspanning nauwelijks compenseert. ”Ik verdien nu ongeveer 300 euro per maand voor de drie portalen, maar dat is heel weinig”, legt María José uit.

Vroeg opstaan, fysieke inspanning en gebrek aan erkenning

Haar werkdag begint om negen uur ’s ochtends en eindigt, afhankelijk van de dag, tussen twaalf en één uur ’s middags. Het tempo varieert naargelang het aantal trappen, badkamers of garages dat moet worden schoongemaakt. “Het gemiddelde ligt rond de vijf euro per uur, of zelfs minder”, zegt ze, waarmee ze duidelijk maakt hoe precair haar situatie is. Overuren maken is bijna onmogelijk, en in het beste geval komen ze amper aan 7 euro per uur.

Daar komt nog bij dat ze voortdurend worden blootgesteld aan chemicaliën zoals bleekmiddel of ammoniak in slecht geventileerde ruimtes, met alle gevolgen van dien voor hun gezondheid. “Ook al draag je handschoenen, je handen worden na verloop van tijd toch kapot”, bekent ze.

De slijtage is niet alleen fysiek. De eentonigheid en het gebrek aan erkenning eisen hun tol: “Elke dag hetzelfde, en soms heb je er gewoon geen zin in”. Alleen op bepaalde momenten, zoals toen ze tijdens de pandemie een bedankbord kreeg, vindt ze emotionele voldoening in haar werk.

Een ondergewaardeerde sector

De maatschappelijke perceptie van het beroep helpt ook niet mee. Decennialang werd schoonmaakster zijn beschouwd als een van de minst prestigieuze banen. “In de jaren 80 en 90 was het het slechtste wat je in je leven kon doen”, herinnert ze zich. De pandemie heeft het belang van schoonmaken zichtbaar gemaakt, maar toch blijft het een sector die gekenmerkt wordt door onzekerheid.

Bovendien hebben ze vaak te maken met een gebrek aan respect van de samenleving. Van vuile portieken tot hotels die door het gebrek aan burgerzin van sommige klanten in echte “varkensstallen” zijn veranderd, de emotionele belasting van het omgaan met andermans vuiligheid weegt ook zwaar. “Sommige mensen gedragen zich heel netjes, maar anderen denken dat we machines zijn.”

“Het loon moet omhoog”

Als ze één verbetering zou mogen kiezen, weet María José het meteen. “Het loon, vooral het loon. Want voor alles wat we doen is het veel te laag.” Naast de precaire lonen komt daar nog eens het gebrek aan stabiliteit bij en de maatschappelijke perceptie dat iedereen dit werk kan doen, terwijl het in werkelijkheid organisatie, techniek en uithoudingsvermogen vereist.

Op haar 60ste geeft ze toe dat ze zich rustiger voelt dan in andere banen die ze heeft gehad, zoals toen ze bijna twintig jaar kassière was. Maar ze benadrukt dat het nodig is om werk te waarderen en te respecteren zonder welke het dagelijks leven onhoudbaar zou zijn. “Als niemand zou schoonmaken, zou alles een puinhoop worden.”