De aanhouding onlangs van een 81-jarige bestuurder die in de verkeerde richting had gereden, doet de discussie over ouderen en hun rijvaardigheid opnieuw oplaaien.
Gezien de natuurlijke vergrijzing van de Nederlandse bevolking is het meer dan normaal dat de gemiddelde leeftijd van bestuurders stijgt. Hoewel er geen officieel onderzoek is gedaan naar de gemiddelde leeftijd van Nederlandse bestuurders, blijkt uit de beschikbare gegevens dat zij doorgaans stoppen met autorijden vanaf 75 jaar.
Hoewel de RDW zelf herhaaldelijk heeft aangegeven dat zij van plan is strengere eisen voor de verlenging van het rijbewijs vast te stellen, heeft zij uiteindelijk besloten om het aan de bestuurders zelf en hun families over te laten om te bepalen wanneer het verlies van rijvaardigheid het raadzaam maakt om het rijbewijs in te leveren. Hiervoor heeft zij een korte gids opgesteld.
Het rijbewijs inleveren

Wat de RDW wel heeft gedaan, is de vernieuwingsperiode van het rijbewijs voor 65-plussers terugbrengen tot 5 jaar, met de bedoeling dit op 3 jaar te brengen wanneer zij een bepaalde leeftijd hebben bereikt.
De medische keuring is cruciaal
In ieder geval heeft de RDW een beleid ingevoerd met beperkingen en restricties voor het verkeer die gewoonlijk gelden vanaf 65 jaar.
Wat u niet mag doen
Volgens gegevens van een onderzoek van verzekeringsmaatschappij Centraal Beheer is 68% van de bestuurders tussen 65 en 70 jaar bij de verlenging van hun rijbewijs geschikt met beperkingen, een aantal dat stijgt tot 82% tussen 71 en 75 jaar en tot meer dan 91% vanaf 76 jaar.
Nachts niet rijden is een van de belangrijkste verboden

Deze beperkingen zijn logischerwijs het gevolg van bepaalde tekortkomingen van bestuurders, die met het ouder worden problemen kunnen krijgen met het gehoor, het gezichtsvermogen, de stabiliteit en in het algemeen met alle zintuigen die bij het rijden een rol spelen, zonder daarbij hartziekten of reflexen buiten beschouwing te laten.
Belangrijkste beperkingen
- Zicht
- Motorische vaardigheden
- Gehoor
- Gewrichtsziekten
- Hartziekten
De belangrijkste beperkingen hebben betrekking op de afstand in kilometers die men mag afleggen vanaf de woonplaats, doorgaans tussen 20 en 50 kilometer.
Er kan ook een rijbeperking worden opgelegd voor nachtelijk rijden, bijvoorbeeld tussen een uur voor en na zonsondergang, of een verbod om alleen te rijden of met bepaalde specifieke snelheidsbeperkingen die lager zijn dan de algemene beperkingen.